Rioolheffing; toerekenbare kosten

3 september 2020

De afgelopen jaren is er een constante stroom aan jurisprudentie verschenen over de (on)verbindendheid van de verordening rioolheffing. Daarbij wordt vaak een beroep gedaan op schending van het gelijkheidsbeginsel en overschrijding van de opbrengstlimiet

Alhoewel met succes geprocedeerd kan worden over de schending van het gelijkheidsbeginsel indien de gemeente geen informatie aanlevert of kan aanleveren hierover, heeft een belastingplichtige vaak meer succes bij het betwisten van de opbrengstlimiet.

Wat betekent de overschrijding opbrengstlimiet ook alweer?

De rioolheffing is een bestemmingsheffing. Dat betekent enerzijds dat de kosten een specifieke bestemming hebben (nl. riool) en niet aan een ander doel besteed mogen worden. Anderzijds betekent dit dat de begrote bate de begrote lasten niet mogen overstijgen. Daarbij moeten de baten en lasten terug te herleiden zijn naar de gemeentebegroting, en dus niet op gerealiseerde cijfers.

Als de begrote baten de begrote lasten wel overstijgen met meer dan 10% dan wordt de verordening in zijn geheel onverbindend verklaard en wordt de aanslag van de procederende partij vernietigt. Het kan daarbij gaan om forse bedragen. Indien er wel sprake is van een overschrijding maar minder dan 10% dan volgt er een partiele onverbindendheid en worden aanslagen overeenkomstig verminderd.

Over welken begrote kosten gaat het?

Directe kosten of kosten die meer dan een zijdelings verband houden met het riool mogen als last ter zake worden aangemerkt. Ook indirecte kosten (overhead) mogen worden toegerekend op basis van geformuleerde verdeelsleutels. De Hoge Raad heeft in het verleden geformuleerd dat veegkosten en het schoonmaken van oevers als last ter zake mag worden beschouwd omdat deze meer dan een zijdelings verband hield met de kosten voor het riool.

Waar ging het in deze procedure over?

In de programmabegroting voor riolering van de gemeente waren geen perceptiekosten of veegkosten meegenomen. Deze kosten waren wel elders in de gemeentebegroting opgenomen. 

 

De Hoge Raad heeft in 2019 geoordeeld dat perceptiekosten niet achteraf nog tot de lasten ter zake kunnen worden begrepen. Het achteraf alsnog in aanmerking nemen van die kosten als last ter zake van de riolering zou leiden tot een afwijking van de vastgestelde begroting dan wel tot het tweemaal in aanmerking nemen van die kosten.

Aandachtspunten bij de vaststelling van de begrote baten en lasten rioolheffing

Wanneer u de begroting voor de riolering gaat opstellen geven wij u de volgende aandachtspunten mee:

  1. Inventariseer alle directe, indirecte en meer dan zijdelings betrokken kosten voorafgaand aan het vaststellen van de programmabegroting;
  2. Leg vast welke keuzes u heeft gemaakt bij toerekening van de begroting voor de rioolheffing (welke kosten wel meegenomen, welke kosten niet, welke percelen wel, welke niet, welke verdeelsleutel wordt toegepast)
  3. Zorg ervoor dat u altijd snel, transparant en efficiënt inzage kan geven in de kostenonderbouwing van de tariefstelling voor de rioolheffing wanneer daar om verzocht wordt;
  4. Voer een (fiscaal juridische check uit) op de begroting om de laatste stand van zaken van jurisprudentie te controleren

Jurisprudentie heeft over bovengenoemde stappen veel inzage gegeven.

Meer weten?

Heeft u vragen bovengenoemde stappen, wilt u meer weten over jurisprudentie die hierover gewezen is? Heeft u vragen over de fiscale (on)mogelijkheden bij de kostenonderbouwing rioolheffing of de te hanteren verdeelsleutels? Wij helpen gemeenten bij alle vraagstukken over de rioolheffing.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *